Methodiek activatie zwerfruimte

OproepOproepOproep

In Vlaanderen nemen we gemiddeld vijftig procent meer ruimte in dan in onze buurlanden. De federale overheid gebruikt een kwart van de ruimte die ze huurt niet. Meer dan zestig procent van de woningen heeft onbeslapen hoofdkussens. Scholen hebben talloze klaslokalen die ’s avonds, in het weekend, maar ook tijdens de schooluren niet worden gebruikt. In de randstad in Nederland staat tachtig miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg. Deze verdoken leegstand noemen we zwerfruimte, onderbenutte ruimte dus. We zien dit als een belangrijke grondstof van Europa die ontgonnen kan worden op zoek naar maatschappelijke winsten.

We hebben doorheen de tijd meerdere systemen bedacht om lekken in waterleidingen te detecteren, energieprestaties van een gebouw te controleren en we bedachten zelfs een mechanisch ventilatiesysteem D. Maar systemen en tools om het gebruik van een gebouw op te volgen gebruiken we vooralsnog niet. Nochtans zouden zowel scholen, bedrijven, overheden en zelfs burgers daarbij gebaat zijn. Als we de zwerfruimte in ons bestaand patrimonium in kaart brengen en activeren om aan onze ruimtevragen te beantwoorden – zij het nu de vraag naar extra klaslokalen, kantoorruimte of een hobbykamer – dan vermijden we het onnodig bouwen van een significant aantal kubieke meters. De economische en ecologische voordelen zijn niet te minimaliseren.

erts wil voortbouwen op de onderzoeken ‘De winst van het niet-bouwen’ en ‘Zwerfruimte’ (RE-ST) en de tastbare praktijkvoorbeelden zoals de optimalisatiestudie van het GO! Ensorinstituut in Oostende en de ‘nieuwe’ bibliotheek, die gerealiseerd werd in de voormalige dagzaal van het klooster in Vorselaar. Ze wil een structurele methodiek opzetten voor de activatie van zwerfruimte, met het oog op een toekomstige dienstverlening die eigenaars van patrimonium inzicht geeft in het gebruik van hun ruimte. erts wil daarbij de gebruiksscan doorontwikkelen als grijpbare tool voor het vinden van zwerfruimte.

erts is op zoek naar investeerders voor dit systemische onderzoek en mogelijke partners zoals scholen, bedrijven of andere eigenaars van patrimonium die op zoek zijn naar ruimte, maar daarbij eerst hun zwerfruimte willen opzoeken en activeren.