The Land Cleanup

Project

Waarom aanvaarden we als samenleving niet langer achtergelaten blikjes, kauwgom en sigarettenpeuken op de grond, maar wel achtergelaten, leegstaande of onderbenutte constructies die onze ruimte vervuilen? Met The Land Cleanup wil erts één van de tactieken van het niet-bouwen, namelijk het opruimen van dergelijke constructies, verder onderzoeken en in de praktijk brengen.

Om diverse redenen kunnen gebouwde constructies in onbruik raken, zoals verval door hun ouderdom, omdat ze geen bestemming meer hebben of omdat ze niet meer voldoen aan de huidige en toekomstige comforteisen. In stads- en dorpskernen ligt de herbestemming van deze gebouwen vaak voor de hand, maar in onze open ruimte moeten we ze toch eerder als ‘ruimtelijk afval’ beschouwen dat best zou worden opgeruimd. Veel van deze achtergelaten gebouwen ontsnappen aan onze aandacht, maar vervuilen de ruimte door ons ruimtebeslag onnodig te verhogen, visueel in te grijpen op de leesbaarheid van het landschap, grotere natuurlijke gehelen te onderbreken of de stedelijke morfologie te verstoren. Ze zijn het toonbeeld van een slordige ruimtelijke ordening.

Sinds de strategische visie voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen in 2018 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd, is er een groeiende maatschappelijke bewustwording over de impact van onze urban sprawl. We zijn stilaan op weg om tegen 2040 onze open ruimte-inname te reduceren tot 0 hectare per dag, dit is de zogenaamde bouwshift. We worden met z’n allen gevraagd om geen bijkomend ruimtebeslag te creëren. Zijn we echter ook bereid om een stap verder (of meerdere stappen terug) te zetten en ons ruimtebeslag te reduceren? 

erts wil werk maken van een opgeruimd Vlaanderen door te beginnen in een  afgebakend gebied en waarbij de tijd wordt genomen om een methodiek te ontwikkelen. Daarbij is extra aandacht voor leegstaande constructies gelegen in overstromingsgebied, waardevol natuurgebied of ecologische verbindingszones. Verder stelt zich natuurlijk ook de vraag welke nabestemming we kunnen geven aan de vrijgekomen ruimte. We willen onze kamer immers niet wekelijks opruimen, maar ervoor zorgen dat ze voor een lange tijd netjes blijft.

De open ruimte is niet de enige die gebaat is bij een grote lenteschoonmaak. erts ziet een circulaire toekomst in het opruimen van ons ruimtelijk afval door hergebruik van materialen en door kansen te creëren voor (sociale) werkgelegenheid. Wie weet kennen we straks een bouwcompensatieregeling die ons, door de opbrengsten ervan te investeren in het opruimen, nog sneller bij de bouwshiftambities en Europese No Net Land Take-doelstellingen brengt.

Wie wil z’n ruimtelijk afval opruimen of z’n sloophamer bovenhalen?